De verrassing van het toernooi was ongetwijfeld Lisa Hortensius. Bijna niemand had er rekening mee gehouden dat de studente geneeskunde een serieuze titelkandidaat zou zijn maar na 5 ronden stond ze met 4 punten een punt voor op de rest van het veld. Dat was mede het gevolg van de verrassende nederlaag van titelverdedigster Haast tegen Arlette van Weersel in die vijfde ronde. Laatstgenoemde wist een ogenschijnlijk remise-eindspel met een onverwacht pionoffer alsnog in haar voordeel te beslissen.
Van cruciaal belang zou de uitslag van het zesde ronde-duel tussen Hortensius (met wit) en Haast blijken. Die partij ging tot de tijdnoodfase gelijk op. Toen bracht Haast een incorrect loperoffer dat Hortensius in de korte bedenktijd die haar restte toch voor onoverkomelijke problemen stelde. De witspeelster gaf eerst de winst en even later ook de remise weg. Haast, Hortensius en Paulet, die van Anna-Maja Kazarian won, kwamen zo alle drie op 4 uit 6. Maar ook Smaranda Padurariu en Van Weersel waren met 3 uit 6 door de indeling van de zevende ronde nog niet uitgeschakeld.
Martine van Middelveld had nog niet veel laten zien in het Tropeninstituut maar gaf in delaatste ronde met wit geen krimp tegen Hortensius met remise als resultaat. Omdat Haast en Paulet allebei wonnen, moesten die het in een barrage gaan uitvechten. Na 2 en ook na 4 knotsgekke vluggertjes, in de commentaarzaal voor het nog talrijke publiek uitgelegd door vooral Sipke Ernst en Robert Ris, was de stand nog steeds gelijk. In de eerste sudden-death partij was het dus Haast die won en zo haar derde titel op rij in de wacht sleepte.